Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

  

NR   

KOLOMNAAM   

OMSCHRIJVING   

TOEGESTANE WAARDEN   

OPMERKINGEN    

1   

AFDELING   

Afdelingscode *   

String (niet leeg)   

 Een naam die door een gebruiker van de applicatie te herkennen is.   

2   

KAMER   

Kamernummer *   

String | null (of leeg)   

Een herkenbare naam/nummer van de kamer; of null indien dit niet van toepassing is of niet gebruikt wordt. 

3   

BED   

Bed *   

String | null (of leeg)   

Een herkenbare naam/nummer van het bed; of null indien dit niet van toepassing is of niet gebruikt wordt.   

4   

CAPACITEIT   

De omvang van de capaciteit  

Integer | null 

Null indien capaciteitsgrootte niet bekend is; anders een geheel getal. 

5   

BEZET   

De gebruikte (bezette) capaciteit 

Integer | null  

Null indien bezette capaciteit niet bekend is, anders een geheel getal. 

6   

GERESERVEERD   

De  gereserveerde  capaciteit   

Integer   

Indien niet bekend: zet dan de waarde op 0 en geef in de applicatie aan dat de aanlevering gebeurt zonder gereserveerde capaciteit.   

CATEGORIE 

Categorie(ën)  van  de  capaciteit 

Komma  gescheiden lijst van getallen | null (of leeg)   

Null indien niet bekend; anders een door komma’s gescheiden getallenreeks. Codelijst Specialistisch (categorie)

8   

TYPE   

Type(s) van de capaciteit   

Komma  gescheiden lijst van getallen | null (of leeg)   

Null indien dit niet bekend is; anders een door komma’s gescheiden getallenreeks met de mogelijkheden:   

1 = snijdend   

2 = beschouwend   

9   

LABEL   

Label(s) van de capaciteit   

Komma gescheiden lijst van getallen | null (of leeg)   

Null indien niet bekend; anders  

een door komma’s gescheiden getallenreeks. 

Codelijst Covidcapaciteit (label)    

10   

SPECIALISME 

Specialisme  van de  capaciteit 

Komma  gescheiden lijst van getallen | null (of leeg) 

Null indien niet bekend; anders een door komma’s gescheiden getallenreeks. Codelijst Specialisme   

11 

PATIENTTYPE 

Patiënttype dat op het betreffende bed ligt. 

Waarde 1-9 | null (of leeg) 

Null indien niet bekend.  

Bij niet aanleveren van patienttype aantallen hoeft deze kolom niet aangeleverd te worden. 

Codelijst Patienttype

   

  • De velden 1, 2 en 3 (AFDELING, KAMER, BED) dienen samen een unieke combinatie te vormen. Een afdelingscode mag dus meer dan eens voorkomen, maar alleen als het bijbehorende kamernummer en / of bed verschilt. 

...