Het volgende advies kunt u gebruiken als leidraad voor inrichting van de aanlevering van de bedden/covid-capaciteit.
Uitgangspunten hierbij zijn:
Het bronsysteem (HiX) leidend maken.
Eenmalige stekker inrichting.
Geen (handmatige) inrichting van mapping in LPZ.
Gebruik clusters
Omdat binnen het HiX EPD geen bed-eigenschappen kunnen worden opgegeven is de methodiek hiervoor de clusters te gebruiken. Een afdeling/kamer/bed kan gekoppeld worden aan één of meerdere clusters. op basis van deze clusters kan een mapping in de stekker gemaakt worden en de aanlevering naar het LPZ geconfigureerd. De standaardquery’s halen alle clusters bij een bed op. Door configuratie van mapping tabellen in de stekker wordt het extractiebestand verrijkt zodat deze in het LPZ ingelezen kan worden. Deze methodiek kan met een eigen inrichting gemaakt worden wij adviseren om de standaard mappingen uit deze pagina te gebruiken. Bij een introductie van nieuwe eigenschappen zullen deze mappingbestanden door het LPZ onderhouden worden. De voorbeeldmapping bestanden en benodigde configuratie staat meer gedetailleerd beschreven op pagina: Mapping Capacities bedeigenschappen in HIX .
Met de aanlevering van de capaciteit worden de volgende drie hoofdeigenschappen doorgeven:
Eigenschap | Doelgroep | Omschrijving | Codelijst |
---|---|---|---|
Specialistisch (Categorie) | Dashboard | Aanlevering van de capaciteit en het aantal vrije bedden per categorie. Zichtbaar alleen voor het eigen ziekenhuis in de dashboards. | |
Patienttype aantallen | RCPS/LCSP | Aanlevering van Covid patientaantallen richting het RCPS/LCPS. Deze gegevens zijn alleen voor het eigen ziekenhuis zichtbaar op de RCPS/LCPS pagina. | |
Covidcapaciteit (Label) | Dashboard RCPS/LCPS | Aanlevering van de Covid capaciteit. Aantal IC/Kliniek bedden beschikbaar voor Covid/Non-Covid/Covid verdacht. Op basis van definities van het LCPS (Definities LCPS ) zijn verschillende afdelingen uitgesloten voor de aantal voor de berekenigen van de Covidcapaciteit. In dit geval dient u geen label aan te leveren. Dit betreft afdelingen als CCU, PAAZ, Dagbehandeling en Moeder- en kindzorg. Deze gegevens zijn alleen voor het eigen ziekenhuis zichtbaar in het dashboard en op de RCPS/LCPS pagina. |
Opmerkingen: verdere detaillering van de beddencapaciteit en snijdend/beschouwend zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.
1. Specialistisch / Categorie
Deze inrichting is relatief statisch. Wij adviseren de volgende aanpak:
Configureer eenmalig voor alle categorieën een mappingbestand. Tip: Neem hiervoor het voorbeeld mappingbestand zoals benoemd op pagina: Mapping Capacities bedeigenschappen in HIX . De clustercodering uit dit voorbeeldbestand kan uiteraard aangepast worden naar eigen al bestaande coderingen.
Koppel de bedden aan de clusters in HiX.
Voordelen van deze aanpak:
Volledige controle over de toewijzing van de bedden aan de juiste categorie vindt plaats in HiX en vereist geen aanpassingen in de eenmalige stekker configuratie.
Geen wijzigingen in stekkerconfiguratie benodigd als preventief al cluster benamingen zijn aangemaakt
Geen handmatige omlabelen in de LPZ applicatie benodigd.
Het mappingbestand hoeft alleen aangepast te worden bij ondersteuning voor nieuwe categorieën in het LPZ. Dit zal via releasenotes bekend gemaakt worden.
2. Patienttype aantallen
De patienttype aantallen worden volledig automatisch berekend op basis van de diagnosecodes gekoppeld aan de patiënt. Enige vereiste hierin is dat de voorgeschreven methodiek voor COVID-registraties binnen HIX geïmplementeerd is conform deze handleiding: Handleiding HiX Covidlabels.
2.1 Covid ontlabeld registratie
Wees u bewust, bij het hanteren van deze aanpak van de volgende organisatorische impact:
Bij heropname van een COVID-patiënt binnen vier weken zal de diagnose COVID-ontlabeld nog actief zijn. Als de patiënt met COVID klachten terugkomt is dit correct. Deze patient zal naar het RCPS/LCPS automatisch als COVID-ontlabeld gerapporteerd worden.
Bij heropname van een COVID-patiënt binnen vier weken zal de diagnose COVID-ontlabeld nog actief zijn. Als de patiënt met geen COVID klachten terugkomt is dit niet correct. De diagnose COVID-ontlabeld zal dan handmatig afgesloten moeten worden, anders wordt de patiënt naar het RCPS/LCPS als COVID-ontlabeld gerapporteerd worden.
Bij opname van een COVID patiënt binnen vier weken na een Covid diagnose in een ander ziekenhuis met COVID klachten zal deze als Covid-ontlabeld naar het RCPS/LCPS automatisch als COVID-ontlabeld gerapporteerd moeten worden. Men moet in dit geval handmatig de diagnose COVID-ontlabeld aan deze patient koppelen.
Deze geschetste problematiek is niet geautomatiseerd af te vangen en zal dus organisatorisch bewaakt moeten worden. Het in meest voorkomende(realistische) scenario zal de patiënt met COVID-ontlabeld in hetzelfde ziekenhuis terugkomen met COVID klachten. Dit zal dan geen extra handelingen vereisen.
2.2 Opmerkingen
Covid-bewezen diagnoses worden altijd doorgegeven aan de RCPS/LCPS.
Covid-verdacht en Covid-Ontlabeld diagnoses worden alleen door de gegeven als het bed een covidcapacities label heeft. De volgende afdelingen dienen conform LPCS specificaties geen covidcapacitieslabel te krijgen: CCU, PAAZ, Dagbehandeling, Moeder- en kindzorg. In deze situaties wordt bij het inlezen een waarschuwing ‘Cannot set a patienttype on bed without crisislabel on line x’ getoond.
Meer details over de mapping voor patienttype aantallen kunt u naar pagina: Mapping Capacities Patiënttype aantallen .
3. Covidcapaciteit (Label)
Op basis van de covid-capaciteits labels wordt voor het aantal bedden voor COVID en NON-COVID voor de IC of Kliniek aangegeven . Dit wordt bepaald op basis van het Covidcapaciteitslabel. De volgende afdelingen dienen conform LPCS specificaties geen covidcapacitieslabel te krijgen: CCU, PAAZ, Dagbehandeling, Moeder- en kindzorg. In deze situaties wordt bij het inlezen een waarschuwing ‘Cannot set a patienttype on bed without crisislabel on line x’ getoond.
Advies is om via individule clusters (dus niet gekoppeld aan de categorie clusters) de covidcapaciteit te specificeren. Tip: Neem hiervoor het voorbeeld mappingbestand zoals benoemd op pagina: Mapping Capacities bedeigenschappen in HIX .
3.1 Geen cohortafdeling!
Een veel voorkomende situatie is dat er aantal bedden voor COVID en NON-COVID zijn maar dat dit niet gerelateerd is aan het bed maar aan de patiënt. Dit is slechts ten dele waar, dit gaat alleen op voor de bezette bedden, maar hoeveel vrije COVID bedden zijn er dan nog?
De volgende methode kan gebruik worden in het LPZ en biedt een correcte aanlevering van zowel de covidcapaciteit als de patientaantallen:
Zet de rekenmethode crisiscapaciteit op: berekend. Zie uitgebreide voor uitleg: Rekenmethode crisiscapaciteit. Met deze bereking maakt het niet uit of als er COVID-patienten op een NON-COVID bed liggen of visa vers.
Voorbeeld 1: Een kliniek afdeling met 10 bedden, bed 1 tot en met bed 5 gelabelled als Kliniek NON-COVID en bed 6 tot en met 10 als Kliniek COVID. Op bed 1 wordt een patiënt met een COVID-bewezen diagnose gelegd.
Resultaat berekening bedden: 5 NON-COVID bedden beschikbaar , 4 COVID bedden beschikbaar en 1 COVID bed zet,
Resultaat berekening aantal patiënten: 1 Kliniek COVID patient.
Voorbeeld 2: Een kliniek afdeling met 10 bedden, bed 1 tot en met bed 5 gelabelled als Kliniek NON-COVID en bed 6 tot en met 10 als Kliniek COVID. Op bed 1 tot en met 7 liggen patiënten met zonder COVID, op bed 8 ligt een COVID patiënt.
Resultaat berekening bedden: 0 NON-COVID bedden beschikbaar, 5 NON-COVID bedden bezet , 3 COVID bedden beschikbaar en 3 COVID bedden zet.
Resultaat berekening aantal patiënten: 7 NON-COVID patiënten, 1 COVID patient.
Opmerking: 2 COVID bedden worden dus bezet door NON-COVID patiënten en zijn dus niet beschikbaar.
Voordelen van deze inrichting:
Totale capaciteit is beschikbaar ook van de niet bezette bedden opgesplitst naar COVID/NON-COVID
Geen handmatige her-labelling benodigd!
Nadelen:
Het kan verwarrend zijn dat de registratie in HiX een COVID-patient op een NON-COVID bed toont terwijl dit door het LPZ als een COVID-patiënt op een COVID-bed gezien wordt.