Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 6 Next »

Organisatie instellingen zijn instellingen die gelden voor de gehele organisatie en bevatten instellingen over hoe de organisatie in het LPZ weergegeven wordt. De organisatie instellingen zijn opgedeeld in elf categorieën. Op deze pagina worden per categorie de onderliggende in te stellen items besproken.


Locatie

Het onderdeel “locatie” bevat onder andere de naam van de organisatie, adresgegevens en algemene openingstijden. Daarnaast kan worden aangegeven of de organisatie een helikopter landingsplek heeft, dit betreft een vaste helikopter landingsplek. Deze gegevens worden op diverse plekken in het dashboard getoond.

 


Contactgegevens

Onder de instellingenpagina “contactgegevens” kan de organisatie een contactpersonen invoeren.

Contactgegevens LPZ

Contactgegevens LPZ betreft een contactpersoon/aanspreekpunt voor stichting LPZ. Deze gegevens worden gebruikt voor communicatie tussen het LPZ en de organisatie. Deze gegevens zijn niet zichtbaar in de applicatie.

Contactpersonen

Bij contactpersonen kunnen contactpersonen van de organisatie worden ingevuld. Deze contactpersonen zijn bij de organisatie informatie zichtbaar voor andere gebruikers van de applicatie.


Profiel

De instellingen pagina “profiel” bevat informatie over de faciliteiten die de organisatie te bieden heeft. Op deze pagina kan worden aangevinkt over welke afdelingen en faciliteiten de organisatie beschikt.

Let op!
Bij aanvinken van de aanwezigheid van een SEH zal automatisch ook de stop functionaliteit voor de SEH geactiveerd worden.

Let op!
De profielgegevens worden altijd gedeeld met de andere gebruikers van het LPZ.

 

 

 

 


Spoedzorg

De instellingen pagina “spoedzorg” bevat instellingen voor de spoedzorg module.

Specifieke stops

Onder specifieke stops kan worden aangegeven welke stops van toepassing zijn voor de organisatielocatie. Deze stops worden automatisch getoond op het spoedzorg dashboard.

Druktemeter

Selecteer welke druktemeter er voor de organisatie getoond moet worden.
Beide worden berekend, ongeacht of deze wordt getoond.

Deze instelling wordt gebruikt voor de weergave van de drukte binnen de eigen organisatie en de weergave van de drukte van de organisatie aan andere applicatie gebruikers. Dit maakt dat erop het dashboard zowel druktescores middels Nedocs als mNedocs getoond kunnen worden.

Hierbij is het goed om de realiseren dat een score lastig ter vergelijken is over huizen heen.

Meer informatie over de druktemeter, zie Berekening druktemeter (NEDOCS & mNEDOCS)

SEH procestijden

Bij het onderdeel “SEH procestijden” kunnen drempelwaarden worden ingesteld voor de verschillende procesonderdelen. Wanneer drempelwaarden worden overschreden toont de applicatie een indicator.

Let op!
De SEH procestijden en de druktemeter worden enkel gedeeld indien hier expliciet toestemming voor is gegeven.
Voor meer informatie zie Instellingen / Organisatiebeheer | Informatie delen

 


Kliniek

De instellingen pagina “kliniek” bevat instellingen voor de kliniek module. Hier kunnen per type capaciteit drempelwaarden worden ingesteld. De applicatie geeft een indicator wanneer de beschikbare capaciteit de drempelwaarde heeft overschreden. Het invullen van de drempelwaarden is optioneel.

 

 


Geboortezorg

De instellingen pagina “geboortezorg” bevat instellingen voor de geboortezorg module. De instellingen zijn opgedeeld in stop, drempelwaarden en routebeschrijving verloskunde.

Stop

Bij het onderdeel “stop” kan aangegeven worden of er voor de organisatie een verloskunde stop kan worden ingesteld en getoond in de applicatie.

Drempelwaarden

Hier kunnen per type geboortezorg capaciteit drempelwaarden worden ingesteld. De applicatie geeft een indicator (gekleurde balk) wanneer de beschikbare capaciteit de drempelwaarde heeft overschreden.

Let op! Wanneer de drempelwaarden niet worden ingevuld wordt de drempelwaarde voor waarschuwing standaard ingevuld met 1 en voor kritiek met 0.

Routebeschrijving verloskunde

Onder routebeschrijving verloskunde kan een organisatie toelichting geven over de route naar de afdeling. Het is mogelijk om een link (url) toe te voegen aan de routebeschrijving, de applicatie zal deze herkennen en omzetten in een klikbare link.

 


COVID

Drempelwaarden

De applicatie geeft een indicator wanneer de beschikbare capaciteit de drempelwaarde heeft overschreden. Het invullen van de drempelwaarden is optioneel.

Rekenmethode

Onder rekenmethode kan ingevuld worden op welke wijze het aantal vrije bedden wordt bepaald dat doorgegeven wordt aan het RCPS. Zie onderstaande informatie voor een uitgebreide toelichting op de rekenmethode.

 

Standaard wordt het aantal vrije bedden per covidcapaciteit label bepaald o.b.v. het aantal vrije bedden per label. Zoals hier rechts weergegeven.

Het is echter ook mogelijk om het aantal vrije bedden per covidcapaciteit label te bepalen o.b.v. ‘de totale capaciteit per covidcapaciteit’-label en ‘het aantal patiënten dat aanwezig is’.

Hieronder zie je als voorbeeld het verschil in de bepaling van de beschikbare bedden voor covid patiënten op de IC:

  • Standaard bepaling: alle bedden die zijn aangeleverd als beschikbaar en met het covidcapaciteit label ‘IC – Covid’

  • Bepaling door berekening: covid capaciteit IC – covid patiënten IC – ontlabelde patiënten IC – drempelwaarde ‘IC – Covid’

De methode middels berekening kan handig zijn voor ziekenhuizen waarbij voor de beschikbare bedden niet vastligt of het een covid of non-covid bed is. Bij deze optie is het aantal beschikbare bedden per covidcapaciteit label afhankelijk van de totale capaciteit en het aantal patiënten.

In onderstaande tabel staan de verschillen in de berekening per methode.

Covidcapaciteit label

Bepalen vrije capaciteit conform standaard methode

Bepalen vrije capaciteit conform nieuwe optie

IC – Non-covid

Vrije bedden met label ‘IC – Non-covid’

Totale ‘IC – Non-covid’ capaciteit

minus

aantal ‘IC – Non-covid’ patiënten

IC – Covid

Vrije bedden met label ‘IC – Covid’

Totale ‘IC – Covid’ capaciteit

minus

aantal 'IC - Covid’/'IC Covid (nieuw)’/'IC - Ontlabeld’ patiënten

Kliniek – Non-covid

Vrije bedden met label ‘Kliniek – Non-covid’

Totale ‘Kliniek – Non-covid’ capaciteit

minus

aantal ‘Kliniek – Non-covid’ patiënten

Kliniek – Covid

Vrije bedden met label ‘Kliniek – Covid’

Totale 'Kliniek - Covid’ capaciteit

minus

aantal 'Kliniek - Covid'/'Kliniek - Covid (nieuw)'/'Kliniek - Ontlabeld’ patiënten

Kliniek – Covid-verdacht

Vrije bedden met label ‘Kliniek – Covid-verdacht’

Totale ‘Kliniek – Covid-verdacht’ capaciteit

minus

aantal ‘Kliniek – Covid-verdacht’ patiënten

Voor alle waarden geldt: de minimale waarde is 0

In de RCPS uitvraag wordt de beschikbare capaciteit gecorrigeerd voor de drempelwaarde (in het dashboard wordt middels een uitroepteken aangegeven wanneer de drempelwaarde bereikt is).

Voorbeeld berekeningen

Voorbeeld 1

Een kliniek afdeling met 10 bedden, bed 1 tot en met bed 5 gelabelled als Kliniek NON-COVID en bed 6 tot en met 10 als Kliniek COVID. Op bed 1 wordt een patiënt met een COVID-bewezen diagnose gelegd.

  • Resultaat berekening bedden: 5 NON-COVID bedden beschikbaar , 4 COVID bedden beschikbaar en 1 COVID bed bezet.

  • Resultaat berekening aantal patiënten: 1 Kliniek COVID patient.

Voorbeeld 2

Een kliniek afdeling met 10 bedden, bed 1 tot en met bed 5 gelabelled als Kliniek NON-COVID en bed 6 tot en met 10 als Kliniek COVID. Op bed 1 tot en met 7 liggen patiënten met zonder COVID, op bed 8 ligt een COVID patiënt.

  • Resultaat berekening bedden: 0 NON-COVID bedden beschikbaar, 5 NON-COVID bedden bezet , 3 COVID bedden beschikbaar en 3 COVID bedden zet.

  • Resultaat berekening aantal patiënten: 7 NON-COVID patiënten, 1 COVID patient.

  • Opmerking: 2 COVID bedden worden dus bezet door NON-COVID patiënten en zijn dus niet beschikbaar.

 


Gegevensdeling

Met andere gebruikers

In dit onderdeel kan per item worden aangeven of deze informatie buiten de eigen organisatie gedeeld mag worden.

  • De actuele wachttijden, aanwezigheid en druktemeter kunnen worden gedeeld, onderdeel van de Spoed module

  • De actuele beschikbaarheid van bedden, onderdeel van de Kliniek module (incl. Geboortezorg)

De profielgegevens, deze bevat zoals hierboven opgegeven zaken als het adres, openingstijden, contactgegevens etc, worden altijd gedeeld met de andere LPZ gebruikers.

Ook wanneer een ziekenhuis(locatie) gebruik maakt van de presentatiestops (zie Spoed module | Presentatiestop SEH & specifieke stop(s) voor afdeling met acute instroom) dan wordt deze informatie altijd gedeeld.

Met het LCPS

In dit onderdeel kan = worden aangeven of deze informatie met het LCPS gedeeld mag worden.

  • Dagelijkse aanlevering van RCPS gegevens direct aan het LCPS.

    De gegevens blijven beschikbaar voor het RCPS, maar het RCPS hoeft deze gegevens niet meer te uploaden via het LCPS Dataportal.

Let op: Als er voor de directe aanlevering van de capaciteitsdata aan het LCPS wordt gekozen, dan is het vanwege technische aanpassingen bij het LCPS niet mogelijk direct terug te vallen op de oude werkwijze (uploaden Excel-bestand via RCPS op portal LCPS).
Mocht er de wens zijn om te stoppen met de direct aanlevering aan het LCPS, neem dan vóóraf contact op met het LCPS via plans@lcps.nu

Het is handig als het RCPS wordt geïnformeerd over het (voornemen om) rechtstreeks bij LCPS aan te leveren.

 

 


Abonnementen

Onder de instellingen pagina “abonnementen” kan een organisatiebeheerder e-mailadressen opgegeven welke, indien er een stop is afgekondigd de afgelopen 24 uur, een overzicht krijgen met stops.

 


Handmatige capaciteit

Deze functionaliteit is niet standaard beschikbaar. Indien een organisatie wenst hier gebruik van te maken neem dan contact op met de helpdesk (support@lpz.nu).

Indien de organisatie gebruik maakt van handmatige capaciteit doorgeven kan op deze instellingspagina worden geselecteerd welke capaciteit handmatig wordt doorgegeven.

 


Aanleverformat

Op de instellingen pagina “aanleverformat” kan worden ingevuld op welke wijze de capaciteit en bezetting wordt aangeleverd. Voor meer informatie over het aanleverformat zie Format aanlevering .

 

 

  • No labels